IE, media- en privacyrecht zijn constant in beweging. De grenzen worden dagelijks getart. Wat mag net wel, wat mag net niet. Hierin ligt de kern van ons werk. Werk wat ons blijft uitdagen en inspireren.
filter op categorie:
Bitcoin clickbait
Heb ik een mening over Waylon?
Die vraag stelde ik mijzelf toen ik vorige week veel clickbait over deze prima zanger zag langskomen. Het leek erop dat uit de van mij verzamelde algoritmes inmiddels een sterk verhoogde belangstelling voor Waylon naar voren komt. Maar dat blijkt toch anders te liggen…
Vandaag bleek dat ook Alexander Klöpping, Dionne Stax, Humberto Tan, Eva Jinek en John de Mol zijn ingezet voor nepadvertenties, waarmee wordt geprobeerd mensen te verleiden duizenden euro’s te investeren in bitcoins. De adverteerder rekent erop dat het financieel gezag van deze personen de geïnteresseerde belegger over de streep trekt en tot een zeer lucratieve investering brengt.
Wat mij betreft op zijn minst een oneerlijke en misleidende handelspraktijk, misleidende reclame en een inbreuk op de portret- en persoonlijkheidsrechten van de BN-ers in kwestie.
Sinds 2008 kent het burgerlijk wetboek een speciale afdeling over oneerlijke handelspraktijken. Artikel 6:193b lid 1 BW is helder: Een handelaar handelt onrechtmatig jegens een consument indien hij een handelspraktijk verricht die oneerlijk is.
Oneerlijk is handelen in strijd met de vereisten van professionele toewijzing dat ertoe leidt dat het vermogen van de gemiddelde consument om een geïnformeerd besluit te nemen merkbaar is beperkt of kan worden beperkt, waardoor de gemiddelde consument een besluit over een overeenkomst neemt of kan nemen, dat hij anders niet had genomen. (artikel 6:193b lid 2 BW)
Bovendien is er nog een zwaardere categorie van oneerlijke handelspraktijken: de handelspraktijken die daarenboven nog eens misleidend zijn. Ik denk hier met name aan de ‘onder alle omstandigheden misleidend’ geoordeelde praktijken uit artikel 6:193g sub k BW, dat gaat over: redactionele inhoud in de media, waarvoor de handelaar heeft betaald, gebruiken om reclame te maken voor een product, zonder dat dit duidelijk uit de inhoud of uit duidelijk door de consument identificeerbare beelden of geluiden blijkt.
Uit de media begrijp ik dat er inmiddels voor 1,7 miljoen euro aan schade is gemeld. Het totale bedrag dat via voornoemde ‘financiële experts’ is opgehaald moet dus nog een stuk hoger liggen.
Waar sommigen wel drie keer na zullen denken voor ze in deze clickbait happen, zijn er dus legio mensen wiens vermogen tot het nemen van een geïnformeerd besluit als gevolg van de berichten daadwerkelijk beperkt is geraakt en die flink zijn gaan investeren. Heb je als consument dus vanwege de investeringsstrategieën van Waylon tot de aanschaf van een leuke set bitcoins besloten, dan kun je met deze artikelen in de hand mogelijk toch nog een schadevergoeding vorderen. Je moet dan natuurlijk wel weten wie je daarvoor aan moet spreken. En bij Waylon, Dionne of Humberto zul je ongetwijfeld bot vangen.
Deze BN-ers zullen aangeven dat zij helemaal niet aan deze advertenties hebben meegewerkt. Zij beschikken weer over een ander stuk juridisch gereedschap. Hun namen en portretten zijn zonder hun toestemming door een commerciële derde misbruikt om geld te verdienen, en dus wellicht zelfs om mensen op te lichten.
De gekaapte BN-ers moeten het zoeken in de sfeer van artikel 21 Auteurswet dat het portretrecht regelt. Zij beschikken ongetwijfeld over een redelijk belang zich tegen deze openbaarmakingen van hun portret te verzetten en zullen ook meer in het algemeen met een beroep op artikel 6:162 BW (onrechtmatige daad) en wie weet zelfs het verdragsrechtelijke 8 EVRM (recht op respect voor privéleven) bezwaar kunnen maken tegen deze onjuiste voorstelling van hun vermeende financiële keuzes en adviezen en wellicht eveneens een schadevergoeding van de adverteerders kunnen vorderen.
Ondertussen profiteren naast de adverteerders de sociale platformen Facebook en Instagram van de advertentieinkomsten van deze oplichting. Maar zoals we inmiddels wel gewend zijn levert rapporteren bij deze platformen slechts matig resultaat.
Het faciliteren van frauduleuze advertenties is echter volgens de wet eveneens onacceptabel. Artikel 6:196 BW benadrukt dat wanneer sprake is van misleidende reclame als gevolg waarvan een ander schade lijdt of dreigt te lijden, deze slachtoffers bij de rechter niet alleen een verbod, maar ook een rectificatie kunnen afdwingen bij de partijen die de reclames openbaar maken.
Voor de betrokken BN-ers zou het dus niet al te lastig moeten zijn om Facebook en Instagram te verbieden nog verdere schade aan hun eer, goede naam en privacy toe te brengen en zou er wellicht dus zelfs nog een mooi stukje clickbait in kunnen zitten waarin alles kan worden rechtgezet.
Remco Klöters
12 april 2019
Zie ook: NederlandMediaNieuws