IE, media- en privacyrecht zijn constant in beweging. De grenzen worden dagelijks getart. Wat mag net wel, wat mag net niet. Hierin ligt de kern van ons werk. Werk wat ons blijft uitdagen en inspireren.
filter op categorie:
Bescherming van interieurontwerpen
De Rechtbank Den Haag wees vorige maand een interessant vonnis over de bescherming van winkelinrichtingen/interieurs. Conclusie: het interieurontwerp van de winkels van Shoebaloo geniet auteursrechtelijke bescherming. Een open deur of een interessante overwinning voor rechthebbenden?
Shoebaloo / Invert: inbreuk
Wat speelde er? Shoebaloo, een keten van high-end schoenenwinkels staat mede bekend vanwege haar karakteristieke interieur. Hoogglans witte wanden, uitgolvende displays, felle ledverlichting (zie bovenste foto); over smaak valt te twisten maar je herkent de winkels direct. Het interieur is een ontwerp van het architectenbureau MVSA en geïnspireerd op de geërodeerde lagen van de Amerikaanse Antilope Canyons, zo verklaart MVSA. Het interieur van de schoenenwinkel Invert te Antwerpen (onderste foto's) lijkt volgens Shoebaloo en MVSA wel heel erg op dat van de Shoebaloo-winkels en zij stellen dat Invert daarmee inbreuk maakt op het auteursrecht van MVSA. Zie het vonnis voor meer foto's. Invert betwist dat het interieur van de Shoebaloo-winkels auteursrechtelijke bescherming toekomt en stelt dat van inbreuk geen sprake is. In de procedure focussen Shoebaloo en MVSA zich op de wandbekleding en niet het gehele interieur in combinatie met de vloer en het plafond, hetgeen hierna van belang zal blijken.
De Haagse rechter geeft Shoebaloo en MVSA gelijk. Volgens de rechtbank zijn het verschillende elementen in de karakteristieke wandbekleding die maken dat sprake is van een auteursrechtelijk beschermd werk. Volgens Invert komen de meeste van deze elementen ook terug in andere reeds bestaande voorbeelden van interieurontwerpen waarbij sprake is van 'uit lagen opgebouwde wandinrichtingen' (in juridisch jargon: 'het vormgevingserfgoed'). Zie wederom het vonnis voor foto's. Volgens Invert is daardoor sprake van een bekende stijl en is het ontwerp van Shoebaloo daardoor niet oorspronkelijk genoeg, hetgeen een vereiste is voor het verkrijgen van auteursrechtelijke bescherming. De rechtbank gaat hier niet in mee en oordeelt dat het interieurontwerp van Shoebaloo voldoende afstand neemt van het 'vormgevingserfgoed', mede vanwege de combinatie van verschillende elementen. Het interieur (althans de wandbekleding) is dus auteursrechtelijk beschermd.
Maar is ook sprake van inbreuk? Daarvoor dient de rechtbank het interieur van beide winkels te vergelijken. Daarvoor hoeft de winkelinrichting van beide winkels niet één-op-één gelijk te zijn, een gelijke totaalindruk is daarvoor voldoende. De inkadering van 'het werk' door Shoebaloo (m.b.t. de wandbekleding) maakt dat de rechtbank alleen de wandbekleding van beide winkels hoeft te vergelijken. Met als gevolg: de wandbekleding van Invert stemt teveel overeen met die van de Shoebaloo-winkels. Het interieur van Invert vertoont namelijk de meeste kenmerkende auteursrechtelijk beschermde elementen, ook nog eens in dezelfde combinatie, van het interieurontwerp van Shoebaloo. Deze gelijkenis berust niet op toeval, aldus de rechtbank. Conclusie: een verbod, betalen van een schadevergoeding (€ 10.000,-), veroordeling in de proceskosten en een last onder dwangsom.
Mazzo / Happy Italy: geen inbreuk
Is dit nou de eerste zaak over auteursrecht op een interieurontwerp? Nee. In 2011 probeerde Mazzo het ook al eens (ECLI:NL:RBROT:2011:BU8542).
Het interieur van de Italiaanse restaurantketen Happy Italy leek volgens Mazzo wel erg veel op haar interieur (zie foto's hieronder) en zij beriep zich daarbij – net als Shoebaloo – ook op het auteursrecht.
Mazzo behaalde echter niet het voor haar gewenste resultaat. Hoewel het gehele interieur van Mazzo een auteursrechtelijk beschermd werk was en hoewel de restaurants van binnen op elkaar leken, oordeelde de rechter dat van auteursrechtinbreuk geen sprake was. Dit oordeel is mede toe te rekenen aan het feit dat bij de beoordeling van de totaalindruk van beide restaurants het gehele interieur (dus inclusief wand, vloer, plafond, materialen, meubels e.d.) moest worden vergeleken. Weliswaar stemde een deel van deze interieurs in verre mate overeen, dit was onvoldoende om een gelijke totaalindruk aan te nemen. Wel werd aangenomen dat sprake was van eenzelfde 'stijl'. Maar een stijl an sich komt niet voor bescherming in aanmerking.
Winkelinrichting als merk?
Een andere grondslag voor bescherming van een interieur is het merkenrecht. Twee jaar geleden oordeelde het Hof van Justitie EU namelijk dat de winkelinrichting van de Apple Flagship store als merk beschermd kon worden (zie IEF 14031). Volgens het Hof moet het voorwerp van de merkaanvraag daarvoor wel aan drie cumulatieve vereisten voldoen:
1. het moet gaan om een 'teken';
2. dat 'voor grafische voorstelling vatbaar is';
3. dat geschikt is om waren/diensten van een onderneming te onderscheiden van die van andere ondernemingen (het vereiste van het 'onderscheidend vermogen').
Een winkelinrichting kan dus als merk dienen wanneer de voorstelling van die inrichting genoeg verschilt van andere (meer gangbare) winkelinrichtingen. Voor een beroep op een merkrecht dient het merk altijd eerst formeel geregistreerd te worden. Het merkenbureau die deze registratie verwerkt zal de merkaanvraag altijd eerst toetsen aan de hiervoor opgesomde vereisten. Met name het laatste vereiste is een hindernis omdat een winkelinrichting door consumenten doorgaans niet geïdentificeerd wordt als een merk voor de in die winkel verkochte producten en/of aangeboden diensten. Toch is in bepaalde gevallen voor te stellen dat het publiek de inrichting van een bepaalde winkel juist wel met diens producten en/of diensten identificeert. Zoals bij de Apple Flagship store:
Voor het inroepen van merkenrechtelijke bescherming moet men dus wel door wat meer formele hoepels springen. Dit is BP bijvoorbeeld al gelukt. Zij heeft de inrichting van haar tankstations als Europees merk weten te registreren:
Het auteursrecht is daarentegen automatisch op je ontwerp van toepassing zolang het maar voldoende oorspronkelijk is. Een beroep op het auteursrecht voor bescherming van een interieurontwerp ligt wat dat betreft dus meer voor de hand.
Zoals is gebleken uit de Shoebaloo-uitspraak is het voor een succesvol beroep op auteursrecht van belang een goede focus aan te brengen op je interieurontwerp en deze op te bouwen uit unieke elementen. Daarnaast kunnen we hieruit afleiden dat het van belang is de inspiratiebronnen voor je ontwerp goed te documenteren en niet teveel inspiratie op te doen bij je concurrenten.
Wilt u meer informatie over het beschermen van uw ontwerp? Neem eens contact met ons op. Wij helpen u graag op weg.
Door: Hanneke van Lith